‘Zie je die mevrouw daar met haar zwarte jurk? Dat is mijn mama!’ hoor ik het kind buiten adem, tussen twee sprongen op de trampoline in, roepen tegen een vriendje. Ik ben iemands moeder. Op sommige momenten komt dat besef harder binnen dan andere. Zoals vandaag bijvoorbeeld. Ik heb een dochter en het is dus mijn verantwoordelijkheid om haar een goede toekomst te bieden, maar dat zie ik na deze zwarte zondag even niet zo rooskleurig meer in. Ik voel me zo machteloos dat mijn stem niet werd gehoord dat ik het enige doe wat ik kan bedenken: schrijven. Hopelijk wordt ze dan wel gelezen.
Blijkbaar bestaat Vlaanderen voor een groot deel uit egocentrische mensen met een kortetermijnvisie. Statistisch gezien moet ik ze kennen, deze mensen. Statistisch gezien kennen ze mij. Misschien lezen ze dit wel. Misschien staan ze dan ook eens stil bij mijn vragen.
Weten deze mensen eigenlijk wel dat ze gestemd hebben voor partijen die zo krampachtig proberen vasthouden aan onze veel te hoge levensstandaard dat die gedoemd is om binnenkort spectaculair te kelderen?
Weten deze mensen wel dat ze gestemd hebben voor partijen die vluchtelingen proberen te weren met een beleid dat ervoor zal zorgen dat er op termijn nog miljoenen meer op straat komen?
Weten ze wel dat ze gestemd hebben voor partijen wiens strategie om de klimaatcrisis te minimaliseren tegenover hun kiezers in de toekomst zal uitmonden in maximale chaos en natuurrampen?
Ik denk het niet.
Maar wat kan ik dan doen? Zoals Yoleen van Camp het zo mooi zegt: geen woorden maar daden. Daarom heb ik me zonet nog op de valreep ingeschreven als mede-eiser bij de klimaatzaak, om een ambitieus klimaatbeleid af te dwingen via een rechtszaak. Het is volledig gratis en risicoloos. Maar om eerlijk te zijn, zelfs al kostte het geld. Ik ben iemands moeder en het is mijn verantwoordelijkheid om haar een goede toekomst te bieden.